
10 tips om zelf een spijkerbroek te naaien
Het was nodig om een nieuwe spijkerbroek te naaien: er dreigden vanwege slijtage (door mijn zadel) gaten op genante plekken. Inmiddels heb ik al een aantal spijkerbroeken gemaakt. Het is niet moeilijk, maar er zijn een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. Profiteer van mijn 10 tips en ga achter de naaimachine zitten om jouw eigen unieke jeans te naaien!
Tip 1. Hoeveel stof
Hoeveel stof je nodig hebt om zelf een spijkerbroek te naaien, hangt ook van jouw maat af. Het patroon geeft een richtlijn. Zelf koop ik altijd 2 meter, maar dat is aan de veilige kant. Met mijn maat 40/42 (en 1.70 meter lengte) hou ik van die lap dan een stuk van 30 cm over. Natuurlijk kun je beknibbelen en gelijk 1.70 kopen, maar dan heb je niets over voor als je een onderdeel fout knipt! Ook kun je dan geen stroken of restjes aan een bijpassend jasje maken.

Tip 2. Was je stof
Het is heel begrijpelijk: je hebt net een fijne lap denim gescoord en daarmee wil je gelijk achter de naaimachine om je spijkerbroek te naaien. Doe het niet! Was eerst je lap, zodat de stof kan “werken”. Grote kans dat ‘ie een centimetertje smaller uit je wasmachine komt.
Let op: 1x wassen is geen garantie dat de stof niet meer afgeeft. Reken bij de donkerste denim de eerste keer dragen op blauwe bovenbenen en ga vooral niet op de witte bank van je oma zitten… O ja, tijdens het naaien komt het blauw zelfs tot in je neus. Kijk niet gek op van een vieze zakdoek als je snuit.
Zeker als je een patroon voor het eerst gebruikt, knip dan je patroondelen ruim uit. Met name aan de onderkant van de broek. Misschien heb jij wel langere benen dan de gemiddelde Nederlandse vrouw, op wie het patroon is gebaseerd…!
Tip 3. Gebruik goed materiaal
Als je een spijkerbroek naait, gebruik dan een speciale jeansnaald. Meestal herkenbaar aan een blauw streepje bovenop het ijzer. Je kan wel met een gewone naaimachinenaald werken, maar een jeansnaald is prettiger.

Je naaimachine moet ook wel wat power hebben om jeans aan te kunnen, vooral op de dikke naden. Tip: die oude handnaaimachines zijn onverwoestbaar en vliegen door dit soort stof!
Als ik nieuwe stof koop, dan neem ik meestal gelijk bijpassend garen mee. Koop (wat duurder) merkgaren en begin niet aan de aanbiedingen met 50 garens in evenveel kleuren van de Aldi of Lidl! Goedkoop is duurkoop. Niets is zo frusterend als een draad die steeds breekt.
Vooral de broek aangehad
De jeans rechts op de foto stikte ik met gezellig geel garen, dat uit een erfenisje kwam. Ik heb het geweten… Mijn kontzakken, en ook de kruisnaad heb ik enkele keren opnieuw moeten stikken, omdat het stiksel losliet na een tijdje. Het duurde even, voordat ik doorhad dat dit garen te oud was en dat het daarom zorgde voor gaten in mijn broek!
Tip 4. Het kruis stik je dubbel
Op de meeste naaimachines zit een steek, die je kunt vergelijken met de processie van Echternach: twee stappen vooruit, een stapje terug en dan weer twee stappen vooruit etc. Dit is een steek die dubbel sterk is. Je snapt wel waarom.
Je bent geen reclame voor het zelf kleding maken, als je volledig uitscheurt in het openbaar 😉
De DIY Diva
Heb je niet zo’n speciale steek, dan ga je gewoon een keer heen en daarna terug over hetzelfde stiksel. Niet je hele spijkerbroek hoeft hiermee genaaid te worden. Meestal is het kruis noodzakelijk, en op je heupen/dijen kun je het een stukje doen voor de veiligheid.
Tip 5. Logische volgorde
Geleerd bij de cursus patroontekenen: je maakt eerst de voor- en achterkant helemaal klaar, voordat je de zijnaden en binnenbeennaad stikt!
Dat houdt in dat je de achterkant maakt, met juk en kontzakken. Bij de voorkant zijn er steekzakken en daarna zet je de rits al in. Dan ga je samenvoegen.
Ik heb leren naaien van mijn moeder. Die zette eerst alles in elkaar, en als laatste de rits. Niet handig, want je kunt veel beter de zijnaden aanpassen als de rits er al in zit!

Tip 6. Pers de naden
Bij sommige katoenen bloesjes kun je wel smokkelen. Met een goed stiksel erover wordt het wel plat. Dat kun je met dikke denim vergeten! Zorg dus dat je strijkplank onder handbereik staat. Elke naad die je stikt, bedek je met een natte theedoek en dan zet je de strijkbout maximaal 10 seconden erop. Voor jeans kan die meestal op de hoogste stand.
Het is gedoe. Zeker. Het kost extra tijd. Klopt. Maar je krijgt er dubbel mooi werk voor terug!
Tip 7. Topstitch alles!
Een topstitch (stiksel net naast een naadje) maakt je spijkerbroek echt af! Je kunt er zelfs voor kiezen een dubbele lijn te maken. Daar heb je een speciale tweelingnaald voor, maar gewoon twee keer naast elkaar stikken kan ook.
Tip: Maak voor- en achterkant klaar, stik de zijnaden. De binnenbeen naad stik je met grote steek (5 of 6), want die torn je na het passen weer los! Als de buitennaad goed is, dan kun je die nu nog topstitchen. Daarna gaat de binnenbeen naad weer dicht, met gewone steek.
Tip 8. Maak ‘m uniek!
Zelf vind ik het leuk om helemaal los te gaan op kontzakken. Deze zie je niet in de winkel! Mijn borduurmachine mocht weer snorren voor een mooie kontzak. Ik gebruikte hetzelfde ontwerp van mijn eerste donkere jeans: een vintage handnaaimachine van Urban Threads plus de tekst “Made by me!” Dit maal koos ik voor paars. Die kleur borduurgaren had ik immers nog…

Ik heb mallen van karton, dus de omtrek van de zakken streek ik met een natte perslap, waarna ik speldde en tenslotte stikte.
Maar ook de zakingang kun je versieren, in mijn geval met een mechanisch rood kruissteekje!

Op mijn wensenlijst: eens een broek maken met een “tabje”, zo’n label aan de zijkant, of naast de kontzak. Natuurlijk met mijn eigen DIY Diva logo!
Tip 9. Lusjes maken
Ja, het is extra werk. Maar maak toch maar lusjes voor een riem aan de broeksband. Dat kun je op een slimme manier doen. Het begint ermee dat je een lange slurf maakt, die stikt en vervolgens in 5 gelijke delen vouwt en doorknipt. Afhechten hoeft niet.

Je maakt de broek, zet de eerste broekband (de buitenkant) erop en dán stik je bovenaan de lusje vast. Twee vooraan, bij de zakingangen, eentje middenachter en de andere twee verdeel je netjes aan de achterkant. Dat is dus gewoon 5x een kort stiksel, zodat ze bovenaan vast zitten. Dan stik je de binnenkant van de broekband. Die vouw je aan de binnenkant om, spelden erin en dat zet je vast met een topstitch aan de onderkant van de broekband. Daarna stik je 5x, net daaronder (dus niet op de band maar op de broek), de lusjes vast. Je vouwt daarbij de afgeknipte kant naar binnen.
Zoals je ziet heb ik aan de binnenkant een golvend stiksel, ook weer in het kader van maak-je-unieke-broek. Daarnaast is het praktisch: hiermee heb ik de katoenen, niet plak-strijkbare voering vastgezet. Jij bent de enige die dit stiksel ziet.
Tip 10 De knoop
Als je broeken koopt, dan bewaar je uiteraard de reserve drukkers die daarbij worden geleverd. Die komen nu van pas. Het inslaan gaat niet altijd goed, dus hoe meer in reserve hoe beter…
Soms heb ik geen zin, en pak ik gewoon een leuke bijpassende knoop die ik kan vastnaaien.
Let op, voor drukker en knoop geldt altijd dat ze iets verder schuiven dan het midden van het knoopgat. Ze gaan altijd in de uiterste hoek daarvan hangen! Zorg dus dat je de drukker/knoop goed afmeet en plaatst.
Mijn nieuwe spijkerbroek
Toevallig maakte ik mijn nieuwe jeans in mei. Me Made May is een initiatief om je zelfgemaakte kleding vaker te dragen. Het is inmiddels een hele online beweging geworden, compleet met een gelofte om mee te doen. Ik draag MMM een warm hart toe, maar omdat inmiddels al zo’n 90% van mijn garderobe zelfgemaakt is, “hoef” ik niet mee te doen. Ik was dan ook niet van plan om deze maand wat nieuws te maken, totdat ik gedwongen werd door slijtage van mijn andere broeken…
Uiteindelijk maakte ik in vier dagen mijn nieuwe spijkerbroek. In onze stad zijn geen stoffenzaken meer, dus ik kocht op de markt op woensdag bij mijn vaste kraam een dikke, niet rekbare, denim. Diezelfde dag waste ik de lap. Op donderdagavond knipte ik na mijn werk de patroondelen. Vrijdagavond zette ik de eerste delen aan elkaar en in het weekend kwam het meeste werk.
Af en toe moest ik even iets uithalen, zoals het eerste gedeelte van de rits en de meegestikte riemlusjes. Maar dat is niet zo erg, als het daarna een stuk beter zit. Mijn enige stommiteit: de zakingang vergat ik op tijd te stikken, en dat is later een stuk lastiger. De gewilde dubbele topstitch heb ik maar later zitten. Dat komt volgende broek wel weer 😉
Zaterdagavond moest ik alleen de broekband nog afwerken, de knoop en bijbehorend gat doen en de onderkant gelijkmaken. Ik had op zich door kunnen gaan, maar ik was al bijna de hele dag bezig. ’s Avonds is het op mijn naaizolder best donker, en met zo’n donkere stof zie je het niet meer zo goed. Ik besloot verstandig te zijn en lekker te stoppen.
Zondag was mijn spijkerbroek af, zonder al te veel problemen. Ik heb ‘m gelijk ’s middags aangedaan!
Outfit

Dit is ‘m geworden. Omdat ik niet constant hetzelfde model wil maken, heeft deze wat meer wijde pijpen onderaan, wat nu zo modieus is. Vele decennia heb ik dat niet willen dragen, want ik vond dat ik ze in mijn jeugd in de jaren zeventig wel genoeg aan had gehad… Mijn moeder bleef haar flare jeans trouwens dragen tot eind jaren tachtig, toen ze dus echt helemaal “uit” waren, wat een mij een nieuw mode-jeugdtrauma gaf…
Ik ben er blij mee. Het model zit lekker, al is de stof nogal stug. Dat moet gewoon zachter worden, door ‘m veel te dragen. Mijn oude jeans, die net zo “hard” begon, voelt nu als een pyamabroek… Ik ga ‘m opdoeken. De nog bruikbare stukken doe ik in mijn bak vol oude jeans, waarmee ik eens lekker ga recyclen. Wat weet ik nog niet. Volg mijn blog maar, als je het wilt zien!


2 reacties
ehheemskerk@gmail.com
Suoertips! (ben zelf wat roestig, heb me zelf nu voor dochterlief een jeans-achtige cargo op de hals gehaald… hoe ging het nou ook alweer??) dus dank je wel en erg onderhoudend; ,moest erg lachen om je mode-jeugdtrauma 😀
Akkelien Smink
Knap, hoor!