Tuniek naaien basis tutorial: de Nachtwacht

Benodigdheden

• een patroon (bijvoorbeeld uit tijdschrift KnipMode of Burda of downloaden)
• patroonpapier (om het patroon over te trekken)
• rijggaren (van de markt, speciaal voor tijdelijke met-de-hand-naai-stukjes)
• naaigaren (in de kleur van je stof)
• stof (natuurlijk…)
• spelden
• naald
• naaimachine
  

Werkwijze

Patroon overtrekken

Koop een rol patroonpapier op de markt of bij de Hema. Dat papier is doorzichtig, dus zo kun je het patroon in de juiste maat overnemen. Je kunt ook puinzakken van de Action gebruiken, dat is nog doorzichtiger dan patroonpapier, dus handiger voor beginners. Het meteen uitknippen van een patroon in jouw maat is niet mogelijk met tijdschriftpatronen. Sommige delen overlappen namelijk…

Bij speciale, op de markt of in een stoffenzaak gekochte patronen kun je wel je patroon gelijk uitknippen en hoef je het niet over te trekken! Makkelijk, maar deze patronen zijn niet zo goedkoop, denk aan 1 of 2 tientjes.

Gelijk uitknippen geldt ook voor de patronen die je download. Let hierbij op dat je de printer op 100% zet en dat het controlevakje op blad 1 de juiste afmeting heeft. Daarna kun je zo’n 20-30 A4tjes gezellig gaan plakken en knippen op jouw maat…

Maak het patroonpapier even met spelden vast op je originele patroon. Zo kan het niet verschuiven. Neem alle tekentjes over op jouw papier. Je kunt controleren of je alles hebt overgetrokken aan de hand van de minitekening bij de patroonbeschrijving in het blad. Werk op een grote, lege en schone tafel. Dat is gewoon het prettigst.

Vouw de stof door het midden (let op de print, in dit geval: staan de hoofdpersonen van de Nachtwacht in het midden?) en leg je patroon erop. Speldt het vast en knip daarna het patroon uit. BELANGRIJK: niet gelijk naast het patroon knippen, maar zorg dat je een randje van ongeveer 1,5 cm over hebt. Misschien is je patroon te strak, dan heb je later wat ruimte over op deze manier. Bovendien stik je gelijk naast het patroon, dus heb je gewoon daar wat ruimte nodig.Dan “sla” je het patroon “door”. Met een dubbele draad naai je, met grote losse lussen ertussen, precies langs het patroon (dat op dubbelgeklapte stof ligt). Dit doe je met speciaal rijggaren. Dat is een hulplijntje, dat je later weer makkelijk weghaalt, als alles aan elkaar is genaaid.

Dus niet de draad helemaal strak trekken, maar een lus (net zo groot als je vinger) maken. Als je het hele patroondeel omlijnd hebt, haal je alles weg en trek je de twee delen voorzichtig een stukje van elkaar (zover dat gaat).Knip nu de draadjes door. Zo heb je aan beide stoflapjes het patroon staan.

Of je omtrekt alles met kleermakerskrijt, maar dat is ook een heel werk…

Naaien

Naai de zijkanten aan elkaar met de naaimachine. Let op: als je de gewone “rechtdoor” steek zou gebruiken, loop je bij rekbare stof het risico dat de machine steken overslaat. Gebruik daarom de stretchstofsteken (mooi Scrabblewoord), meestal herkenbaar aan een ander kleurtje op je machine, en bestaande uit een rechtdoorsteek met daarnaast nog een zigzag of streepje eraan vast.

Stik ook de schoudernaden. Aan de uiteinden van de mouwen heb ik afgewerkt met een zigzagje, net als aan de onderkant, met mijn lockmachine. Dat is een speciale naaimachine, die handig is met rekbare stoffen. Je kunt ook die uiteinden naar binnen omvouwen en een tunneltje stikken. Dat noemen ze zomen.

Het lastigste is de hals. Je kunt dit ronde stuk niet zomaar naar binnen vouwen en omzomen. Dat wordt lelijk. Daarom moet je er een beleg op stikken (zeg maar: een dubbele kraag, in dit geval). Een beleg moet je altijd steviger maken met strijkvlieseline (ook markt). Een beleg is altijd in twee patroondelen. Die stik je eerst aan elkaar (hier dus hals en nekdeel) en dan rondom aan de hals.

Je ziet aan de voorkant dat er een heel stiksel naar beneden loopt. Dat is voor de split aan de voorkant. Anders kan je hoofd er niet door… Je ziet ook dat de lelijke kant, met daarop de vlieseline gestreken aan de buitenkant erop wordt gestikt!

Je knipt vervolgens vanaf de hals naar beneden het split in, dus dat lange smalle gleufje. Op de foto hieronder zie je dat het beleg naar binnen is gevouwen. Mijn hand zit op het bovenste stukje van het split.Vouw het beleg glad naar binnen en speld het vast. Dan rijg je er een rijgdraad doorheen, een tijdelijk iets. Daardoor kunnen je spelden eruit en kun je gewoon doorstikken met de naaimachine. Zo hoef je niet steeds te stoppen omdat je een speld moet weghalen… De hele hals en split met een stiksel is op ongeveer 0,4 cm van de rand doorgestikt.

Klaar: pronken!

C’est tout: dat is alles. Klaar is je eigen tuniek! Wat ga je hierna maken?