
KonMari en de (on)zin van een inloopkast
Ooit wilde ik het ook: een inloopkast. Het is dé hype in fashionland: veel kleertjes kopen en ja, die moet je ergens in kwijt. Niet in een kast, want dat past niet. Nee, een kamertje vol kleren, je eigen shop thuis, dat is het walhalla! Al een tijdje sluimerde echter mijn onvrede met mijn propvolle kledingkast. En toen las ik het boek van Marie Kondo: Opgeruimd!…
Serie
Dit is een blogpost uit een serie over het samenstellen van jouw ideale garderobe:
- Wat ontbreekt er nog in je kast en wat is je stijl?
- Naaien of kopen met een plan!
- Hoeveel kledingstukken heb je werkelijk nodig?
- Kies je kleur
Dromen van een inloopkast
Een tijd was het ook mijn droom, zo’n inloopkast. Toen we zo’n 10 jaar geleden verhuisden, was het tijd voor een nieuwe kledingkast voor ons beiden. Uren kon ik kijken in de Ikea gids: Stolmen vond ik mooi, eigenlijk een modewinkelinrichting, dus niet een kast met deuren. Of zouden we toch een bijna wandvullende kledingkast nemen, die echter niet tegen de achterwand zou staan, maar anderhalve meter naar voren. Zodoende kon ik daarachter een Stolmen of iets langs de muur kwijt kon, zodat ik een echte inloopkast kreeg. Het werd een veto van manlief, waarna we een geweldige Pax kast kochten, helemaal muurbreed en met een praktische inrichting.
De meeste dromen zijn bedrog
Nu droom ik niet meer van een inloopkast, want het is onzin om zoveel kleding te hebben. In de praktijk draag je maar 20% van je kleding 80% van je tijd. Dat zijn namelijk de favorieten, waarin je je goed voelt. Ze zijn mooi, flatteren en zijn prettig om te dragen. Ik weet niet hoe het bij jullie is, maar hier staat de wasmachine praktisch iedere avond aan, dus wat gedragen is ligt meestal 2 dagen later al weer in de kast, klaar om opnieuw aangetrokken te worden. Dat scheelt enorm, want zo zijn favorieten ook snel weer beschikbaar.
Terug de kast in
Ik had altijd wel minstens 2 grote boxen met kleren op zolder staan. Al naar gelang van het seizoen stond de winter- of zomerkleding boven. Toch beviel dat niet. In de praktijk bleef veel op zolder staan, omdat ik gewoon geen zin had om te ruilen. Een wisselende seizoensgarderobe in je kast is ook een ’truc’ van de handel: de relatieve leegte die dan ontstaat in je kast wil je vullen…
Ik wil het voortaan anders, oftewel “minder, minder, minder”: een zomer- en wintergarderobe, die volledig in mijn kast past. De kunst is om een soort “capsule garderobe” op te bouwen, die onderling zeer goed te combineren valt.
De KonMari methode
Een openbaring uit het boek van Marie Kondo was voor mij de manier waarop zij haar kledingkast uitdunde. Haal alle kleding uit je kast! Je neemt elk kledingstuk letterlijk in handen, voelt eraan en bedenkt dan of het je 100% gelukkig maakt. Kleding waarin je hoopt te gaan passen na een dieet, kleding die niet prettig draagt of waarin je je niet prettig voelt, het gaat allemaal weg. En zo deed ik het ook!
Hier ligt letterlijk al mijn kleding op ons bed: alle zomerkleding, alle winterkleding, inclusief alle jassen! Je verzamelt alle kleding uit je hele huis op één plek! Op de foto zie je het niet zo goed, maar dit is een tweepersoonsbed, geheel bedekt met kledingberg van minstens een halve meter hoog!
Waarschuwing: selecteren doe je niet in een uurtje… Hier ben ik (uiteraard met tussenpozen) toch echt een heel weekend mee bezig geweest. ’s Nachts gooide ik de niet-uitgezochte kleding in een paar boxen, want ja, ik wilde ook gewoon in mijn bed slapen en niet als een soort prinses op de erwt, haha. Achteraf gezien was het ook wel lekker om een nachtje erover te kunnen slapen of bepaalde kledingstukken toch echt weg moesten.
Het resultaat!
Het resultaat is geweldig!!! Ik ben zo blij met mijn lege kast. Je kunt nu ook heel goed zien wat er in de kast hangt, want de kleding zit niet meer opgepropt. Enkele hangertjes en een broekrek zijn leeg, omdat die stukken in de was zitten. Het is vrij raar om vaak hetzelfde aan te doen, maar hé, dit zijn wel mijn favoriete kledingstukken. Dus die draag ik sowieso graag.
Alles zit erin. Bovenin, het gedeelte waarvoor ik op een stoel moet staan, ligt nu de meeste zomerkleding. Dat past in een kleine opbergdoos van Ikea. Een deel, bijvoorbeeld de t-shirts met korte mouw, liggen al gewoon in de kast op grijphoogte. Dat zie je niet, dat zit achter de gesloten rechterdeur. De twee linker kastdeuren zijn voor de garderobe van manlief.
Een ander voordeel van opruimen is dat nu duidelijk is wat er ontbreekt in mijn kast om mijn favorieten te kunnen combineren. Met die informatie kan ik een lijstje gaan maken voor sewing with a plan…
Opruimen is lekker, het ruimt mijn hoofd ook altijd op 😉 Ik ben wel benieuwd naar jullie kledingkast. Is ‘ie ook afgeladen of zijn jullie ook al aan het Kondo-en gegaan?

